De jaren Dertig
Met de jaren Dertig wordt het tijdvak 1930-1940 bedoeld en, in ruimere zin, het laatste deel van de periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog (respectievelijk 1914-1918 en 1939-1945). Wat maakte die periode zo bijzonder? Minimaal was het de periode dat echt iedereen kon zien dat het op grote schaal mis aan het gaan was in de wereld, in het bijzonder in Europa en de VS. De jaren Dertig volgden op de jaren Twintig en kun je nauwelijks begrijpen zonder kennis van dát decennium.
De jaren Twintig
De jaren Twintig werden gekenmerkt door een sterke economische groei gebaseerd op herstel na Wereldoorlog I, een versnelde industriële groei (zoals grootschalige productie van auto's, koelkasten, machines en schepen), de opkomst van media (de radio!) en, heel belangrijk, grootschalige marketing.
Dit alles bracht grote veranderingen in de manier van leven en cultuur van vooral de bewoners van steden en verstedelijkte gebieden in de VS en Europa. Er was geld, er werd goed verdiend. Met de jaren echter bleven de inkomens te zeer achter bij de kosten van levensonderhoud terwijl de onderste klassen minimaal profiteerden van de uitbundige groei. Dit alles tesamen resulteerde uiteindelijk in een overproductie van goederen, prijsdruk, en een winstval bij bedrijven.
Het platteland maakte in de jaren twintig een vergelijkbare ontwikkeling door. Onder meer door de ontwikkeling en toepassing van kunstmest, herstel van de voedselproductie in Europa na Wereldoorlog I en verbetering van de infrastructuur, ontstond er met de jaren een enorme voedselproductie met lage prijzen tot gevolg. De boeren reageerden daarop door nog meer te produceren, wat enkel tot verdere prijserosie leidde.
Op politiek gebied kenmerkten de jaren Twintig zich, in de nasleep van Wereldoorlog I, door een zeer heftig nationalisme en protectionisme in vele landen. Fascistische en nationaal-socialistische partijen liften mee op het met de jaren stijgende ongenoegen op het platteland en bij de weinig verdienende lagere sociaal-economische klassen in de steden. Alles bij elkaar steeg de temperatuur van de samenleving, zogezegd, behoorlijk.
De crisis als voorspel tot de tweede wereldoorlog
De jaren Dertig begonnen met de beurscrasch van 1929 op Wallstreet. Net als in onze tijd in 2008, triggerde die crash een wereldwijde economische en sociale crisis. Kapitaal verdampte, mensen verloren hun baan, inkomsten vielen weg, de productie van alles en nog wat stokte, de vraag viel weg want bijna niemand had nog geld om iets te kopen. Fabrieken sloten overal, investeringen werden afgeblazen, kapitaal vloeide terug naar de VS en Europa.
De mondiale crisis creëerde mondiaal sociale onrust en uitbarstingen van geweld. In veel landen, in het bijzonder die landen die het moesten hebben van lokaal georiënteerde landbouw (denk daarbij aan landen als Ierland, Italië, Spanje, Portugal) was er bittere armoe met grote emigratiegolven naar, vooral, de VS tot gevolg.
De meeste overheden hadden werkelijk geen flauw idee hoe om te gaan met zowel de economische als sociale crisis. Sociale onrust werd vooral geaddresseerd door die neer te slaan met behulp van politie en leger. Spanningen tussen landen onderling liepen op, evenals spanningen in landen. In Duitsland ontwikkelde zich een heftige geldontwaarding. In Spanje ontvouwde zich de Spaanse Burgeroorlog, Italië veroverde Ethiopië. Tegelijkertijd had je de naweeën van de Russiche Burgeroorlog en de Turkse en Ierse onafhankelijkheidsoorlogen. Het is ook de periode van opkomend nationalisme in de kolonies van de Europese mogendheden.
Op vele vlakken spanningen, grote armoe onder veel bevolkingsgroepen, weinig toekomst, inadequaat handelende overheden. Fascistische, nationalistische en nationaal-socialistische partijen die al in de jaren Twintig voet aan de grond hadden gekregen, voeren er wel bij. Alle ankers van een stabiele samenleving raakten met de jaren meer uit het zicht, hoewel er na ongeveer 1935 stabilisatie optrad en de economie in de meeste landen voorzichtig opkrabbelde. Maar toen was het al te laat want in veel landen hadden de populisten, fascisten en nationalisten een kongsi gevormd en de politieke macht aan zich getrokken. En die gebruikten ze voortvarend. De rest is geschiedenis.
Parallellen met nu
Er zijn veel overeenkomsten tussen toen en nu. Een lijstje.
1. Boeren waar ook ter wereld zijn al jaren ontevreden. Ik ben absoluut geen boeren-knuffelaar maar weet wel dat als ergens de boerenstand in deze mate ontevreden is, je dat kunt zien als een kanarie in de kolenmijn.
2. Van de te verdelen koek aan winst en inkomen gaat wereldwijd een steeds kleiner deel naar degenen die arbeid leveren en een steeds groter deel naar de eigenaren van de productiemiddelen. Mensen aan de onderkant van de inkomenspyramide hebben vaak meerdere baantjes nodig om te kunnen overleven. Tegelijkertijd verarmt de (lagere) middenklasse relatief gezien. Dat geeft sociale onrust.
3. Overal ter wereld zijn, vergelijkbaar met hoe dat gebeurde in de jaren dertig, geraffineerde verdienmodellen ontwikkeld over de rug van arbeidsmigranten en, ook, vluchtelingen. Deze goedkope arbeidsmigranten verdringen duurdere lokale arbeid terwijl de extra winst voor de ondernemingen is. Ook dat creëert sociale onrust.
4. Het tempo van de schaalvergroting is enorm. PC's, TV's, telefoons, mode, frisdranken, bieren, koffie, zuivel, hamburgers. Alle productie en verkoop is in wezen in handen van supergrote, mondiale concerns. Er is mondiaal steeds minder ruimte voor de kleine zelfstandige ambachtsman die bijvoorbeeld zelf sierraden of meubels maakt, of voor dat lokale fabriekje die die verrukkelijke limonade of pastasaus maakt. Ook in de jaren twintig en dertig was er toen zo'n golf en ook net als toen is de schaalvergroting een voedingsbodem voor angsten en boosheid.
5. Wat toen en nu duidelijk overeenkomt en heel zichtbaar is, is dat er kongsi's gevormd worden: clusters van (rechtse) politieke partijen, nationalistische partijen, populistische partijen, delen van het bedrijfsleven, kapitaalverschaffers en delen van de media. Ze dekken elkaar allemaal en spelen elkaar de bal toe. Daar komt niemand meer tussen.
6. De mondiaal voortrazende urbanisatie en schaalvergroting legt veel druk op de sociale voorzieningen zowel in de steden als op het platteland en leidt tegelijk ook tot, net als in de jaren dertig, een verschraling van de landelijke sociale infrastructuur; ze vermindert mondiaal ook het vermogen om goed te kunnen overleven op het platteland.
7. Er zijn vele hele en halve oorlogen. Velen in de betrokken landen worden er direct door geraakt, vele anderen, zogezegd de buitenstaanders, worden er bozer en angstiger van. Overheden en machthebbers schieten in oude (imperiale) reflexen en weten een en ander niet adequaat te adresseren.
8. Een algemeen gevoel van dreigend onheil, gevaar, dit loopt niet goed af.
Aanjagers
Extra aanjagers voor onze tijd zijn er ook. Ten eerste de klimaatcrisis. Ook al lijkt zo'n melding op het nieuws van weer ergens een ramp, bosbrand, hittegolf of watertekort een beperkt want plaatselijk fenomeen in tijd, ruimte en gevolg te suggereren, uiteindelijk echter betreft het opgeteld miljoenen mensen die langdurig de gevolgen ervan ondervinden en vele samenlevingen die (deels) ontwricht raken. De impact van dit alles is enorm en heeft grote rimpeleffecten.
Ten tweede de verdere ontwikkeling van internet, sociale media en de schermen. Alles is meteen kenbaar en zichtbaar, alles wordt gereduceerd tot een mening, kwaadwillenden krijgen ruim baan en zetten alles naar hun hand. Ophef zorgt voor reuring, en dat betekent voor velen extra omzet. Mensen leven in hun schermen en weten niet goed meer wat de echte wereld voorstelt. Wat waar is en wat niet doet er steeds minder toe.
De derde grote ontwikkeling is toch wel dat de economische macht in de wereld in steeds sterkere mate toevalt aan een steeds kleinere groep (ondernemingen en) kapitalisten, die bescherming zoeken bij en allianties aangaan met politici van diverse pluimage. Zij kunnen landen tegen elkaar uitspelen, bepalen waar ze hun goederen willen produceren of diensten willen aanbieden, waar ze hun winsten willen maken. Deze ondernemingen en kapitalisten, in samenwerking met hun kapitaalverschaffers, zijn zo goed als onaantastbaar en drukken hun stempel op alles en iedereen, van het persoonlijke tot het politieke en het sociale.
De vierde grote ontwikkeling is die van de grote toename in tijdelijke en permanente migratiestromen: arbeidsmigratie, toerisme, vluchtelingen. De jaren Dertig kenden ook wel deze migratiestromen, maar niet in deze mate. Indiase arbeiders in Saoudië Arabië, verpleegkundigen uit Sri Lanka in Groot Brittanië, Roemenen in de kassen in Nederland. En overal toeristen, miljoenen en miljoenen toeristen. En vluchtelingen uit allerlei windstreken maar met een andere huidskleur dan de gemiddelde Europeaan wenselijk vindt. En digital nomads die het beste van verschillende werelden combineren en de lokale bevolking het nakijken geeft. Al deze migratiestromen tesamen verstoren diverse balansen in landen, zeker die op het vlak van de huisvesting in steden, het lokale verdienvermogen, en het zelfgenoegzame welbevinden. Wat ze alle gemeen hebben is dat degenen met geld spekkoper zijn en de anderen het nakijken hebben. De rijken worden rijker, de armen armer.
De vijfde grote ontwikkeling is die van het hedonisme en, zoals Lasch dat al in de jaren zeventig benoemde, cultureel narcisme, in vooral de welvarende Westerse landen: alles gericht op consumptie en het individueel welbevinden. Moeilijk is uit, makkelijk is in.
Toekomst
Wat betekent dit alles nu voor onze toekomst op deze planeet? Kort gezegd is de stabiliteit in het systeem weg en zijn teveel mechanismen die de homeostase binnen samenlevingen, en systemen van samenlevingen bewaken, zoals de VN, stuk. En waar dat op uit gaat lopen? Wie het weet mag het zeggen maar alles tesamen genomen voorspelt dit niet veel goeds. Tenminste, voor de meesten van ons. Er zijn er altijd die van zoiets profiteren.
Links
Begeleiding: Existentiële therapie - Relatietherapie - Praktische relatiecoaching ouderen - Relatieherstel ouder en kind - Boosheidstherapie - Overige begeleiding
Leven & zijn: Zijn in de tijd - Over identiteit - Hoe identiteit ontstaat - Introvert vs extravert - Emotie & empathie - Man en vrouw - Brein en denken - Sublimeren - Ouder worden - Conformisme - Het patriarchaat - Structuralisme - Mensbegrippen - Psychische klachten - Eenzaamheid - Depressiviteit - Verlies & rouw - Existentiële therapie - Zingeving
Anders: Wachten op Godot - De cultuur van het narcisme - Het Stanford Prison Project - De jaren Dertig - 1984 - Philip Larkin - Amour - Schopenhauer - Céline
Contact & zo: Contact - Bureau IDEE - Tarieven - Colofon