Sociale psychologie
Sociale psychologie beweegt zich op het snijvlak van de persoon en de groep, oftwel de persoon als lid van de groep. Sociale psychologie is een zwaar ondergewaardeerde wetenschap binnen de psychologie en de wereld van therapeuten, psychologen en psychiaters - zeker in Nederland. Onterecht. Hieronder vijf baanbrekende onderzoeken uit de afgelopen decennia.
Het Stanford Prison Project
In 1971 startte wetenschapper Philip Zimbardo met collega’s een experiment dat tegenwoordig nog steeds grote bekendheid geniet. Ze onderzochten het gedrag van mensen in relatie tot rollen die men op zich neemt, en nodigden voor hun experiment gezonde jonge mannen uit om mee te doen aan een ‘onderzoek naar het gevangenisleven’.
De helft van de deelnemers werd in een groep ‘gedetineerden’ gestopt, de andere helft in een groep ‘bewakers’. Alles werd zo realistisch mogelijk gespeeld, dus de gedetineerden werden ook als échte misdadigers behandeld. De eerste dag verliep alles goed, maar de tweede dag staakten de gedetineerden en luisterden ze niet meer naar de bewakers. Dit ervoeren de laatsten als bedreigend en zij reageerden daarop door gevangenen van elkaar af te zonderen, te vernederen of eenzaam op te sluiten. In slechts een paar dagen veranderden deze normale studenten in sadistische bewakers. Hoewel het experiment twee weken had moeten duren, werd het al na vijf dagen stopgezet.
Het Blauwe Ogen Experiment
Jane Elliot, een lerares, ontwierp in 1968 een experiment dat bedoeld was om basisschoolkinderen te laten ervaren hoe het is om gediscrimineerd te worden en aan de verkeerde kant van de maatschappij te staan.
De kinderen in haar klas werden aan de hand van hun oogkleur in twee groepen gesplitst en vervolgens las Jane hen zogenaamde wetenschappelijke bevindingen voor waarin geconcludeerd werd dat kinderen met blauwe ogen superieur zijn ten opzichte van kinderen met anders-gekleurde ogen. Zo zouden ze die dag ook worden behandeld, aldus Jane. Het duurde slechts één dag tot de groep blauwogen wreder werd en de anders-gekleurden onzekerder. Hetzelfde effect deed zich voor wanneer de rollen werden omgekeerd.
Het Robbers Cave Experiment
Dit bekende experiment van Muzafer Sherif is uit 1954. Sherif nodigde jongens rond de 10 jaar uit op een zomerkamp en deelde ze daar in twee groepen in. Zijn team beïnvloedde de groepsdynamiek door een constante competitie tussen de twee teams te stimuleren. Binnen enkele dagen al stonden de twee groepen lijnrecht tegenover elkaar en haatten leden van de verschillende groepen elkaar met een intensiteit die niet gezond was voor zulke jonge kinderen.
Sherif en zijn team wisten die stemming óók de andere kant op te draaien, door de beide groepen jongeren te confronteren met praktische problemen die ze alleen samen konden overwinnen. Na een paar van dat soort uitdagingen waren de twee groepen onderling goed geïntegreerd.
Grenzeloze Gehoorzaamheid
In 1961 ondernam Stanley Milgram zijn beroemde gehoorzaamheidsexperiment. Hij wilde erachter komen hoe het kon dat mensen in staat waren tot gruweldaden zoals die hadden plaatsgevonden in de concentratie-kampen in de Tweede Wereldoorlog. Het (bevestigde) idee achter zijn experimenten was dat mensen geneigd zijn om iemand te volgen die autoriteit uitstraalt (dit experiment is uitgebreid beschreven op deze pagina).
Ieder experiment bestond uit een leraar en een leerling (feitelijk een geheime medewerker). De taak van de leraar bestond eruit om de leerling, die in een aparte kamer zat, vragen te stellen en elektrische schokken toe te dienen wanneer diens antwoorden fout waren. De zwaarte van de schokken zou geleidelijk, naarmate de leerling meer fouten maakte, worden verhoogd.
Op aandringen van de onderzoeker, die achter de leraar stond en hem stimuleerde om door te gaan (“het experiment vereist dat u doorgaat”) bleven de meeste deelnemers doorgaan met het toedienen van steeds sterkere electrische schokken bij foute antwoorden, ook al werd het geschreeuw en gekerm uit de andere kamer bij elke toegediende schok steeds heftiger (dat laatse was dus allemaal nep). Milgram had voordat hij met zijn experiment begon experts gevraagd om in te schatten hoeveel procent tot het eind mee zou gaan in het toedienen van schokken van 450 Volt (de hoogste schaal). De schatting was 1 tot 3 %, in werkelijkheid ging 65 % van de deelnemers tot de 450 Volt.
De Asch Conformity Test
In 1951 deed Solomon Asch een experiment naar de mate van conformiteit, of overeenstemming, die men toont als een eigen mening ingaat tegen die van een groep. Het experiment bestond eruit dat een deelnemer in een groep van andere ‘deelnemers’ terechtkomt, niet wetende dat deze anderen allemaal stiekem medewerkers van Solomon waren. De taak van de groepsleden was om van drie lijntjes de langste of de kortste te identificeren. Een zeer simpele taak; en toch kozen deelnemers vaak gewoon de foute lijn. Een groot deel van de echte deelnemers (37 van de 50 in totaal) conformeerden zich één keer of vaker met die ‘foute’ optie als de groepsleden vóór hem die lijn aanwezen. Achteraf bleek dat men niet écht overtuigd was dat het eigen antwoord fout was, maar dat men met de groep meeging omdat men van zichzelf niet zeker genoeg was, en het te eng vond om tegen de groep in te gaan.
Social Conformity in de werkelijke wereld
Vijf experimenten met grote implicaties
Er zijn talloos meer experimenten geweest op het vlak van de sociale psychologie, het ene meer overtuigend dan het andere, maar dit zijn waarschijnlijk wel de meest aansprekende én de experimenten waaruit je aardig wat conclusies kunt trekken.
1. De mens is weliswaar UNIEK en AUTHENTIEK en het IK is daarbij heel belangrijk (nou, nou, nou), tegelijkertijd en zelfs wellicht nog meer dan dat is de mens een groepswezen, iemand die zich veel gelegen laat liggen aan wat de groep waartoe hij of zij behoort, denkt, vindt en doet.
2. Een mens is (meestal) niet stoer en standvastig in zijn of haar overtuigingen en ideeën maar plooibaar naar wat de groep denkt, vindt en doet. Een mens is gevoelig voor groepsdruk, ook al gaat waar de groep voor staat tegen zijn of haar ideeën in.
3. Mensen, groepsleden zijn gevoelig voor wat autoriteiten - leiders - van hen willen. Met andere woorden, groepen plooien zich naar hun leiders. Tegelijkertijd brengen die groepen ook hun eigen leiders voort; het is niet zo dat die leiders uit het niets komen. Velen vinden het ook fijn om te kunnen schuilen achter de brede rug van de autoriteit (leider).
4. Groepen, en dus ook de leden van de groepen, zijn gevoelig voor manipulatie. In het bijzonder de manipulatie van (gepercipieerde) autoriteiten dan wel leiders. En manipulatie gaat verder dan je conformeren aan de groep. Manipulatie gaat over groepen willens en wetens een bepaalde kant op sturen, ook wanneer dat ethisch discutabel is. Denk aan Poetin, Trump, Netanyahu, Erdogan, Wilders.
5. Groepen, en dus ook leden van groepen, kunnen makkelijk tegen elkaar worden opgezet; dit kanaliseert angsten, onzekerheden, twijfels en woede. Vooral de leiders, en degenen die het dichtst bij hen staan en hen het meest steunen in dit proces, profiteren hiervan.
Wat moeten we hiermee?
Wat hierboven beschreven staat, zijn alom bekende processen binnen de sociale wetenschappen. Kennis hiervan behoort echter niet tot de standaard toolkit (om het zo maar eens te noemen) van de standaard psycholoog, therapeut, coach of psychiater.
Toch betreft het reële processen en raakt het aan reële problemen van mensen in het echte leven, problemen die ze zouden moeten kunnen bespreken met een professioneel iemand. En dan is het ook wel fijn om te weten en te kunnen verwoorden wat het probleem nou precies inhoudt of aan raakt, dan wel geduidt krijgen waar het nou mee te maken heeft, in plaats van dat er een sticker uit de DSM-V kist opgeplakt wordt.
De meeste problemen waar mensen mee te maken krijgen zijn psycho-sociaal van aard, en niet puur intern psychisch. De meeste psychologen, therapeuten, coaches en psychiaters adresseren echter dat waar mensen mee worstelen als een intern psychisch probleem.
Links
Begeleiding: Existentiële therapie - Relatietherapie - Praktische relatiecoaching ouderen - Relatieherstel ouder en kind - Boosheidstherapie - Overige begeleiding
Leven & zijn: Zijn in de tijd - Over identiteit - Hoe identiteit ontstaat - Introvert vs extravert - Emotie & empathie - Man en vrouw - Brein en denken - Sublimeren - Ouder worden - Conformisme - Het patriarchaat - Structuralisme - Mensbegrippen - Psychische klachten - Eenzaamheid - Depressiviteit - Verlies & rouw - Existentiële therapie - Zingeving
Anders: Wachten op Godot - De cultuur van het narcisme - Het Stanford Prison Project - De jaren Dertig - 1984 - Philip Larkin - Amour - Schopenhauer - Céline
Contact & zo: Contact - Bureau IDEE - Tarieven - Colofon