Dasein: zijn in tijd en plaats

Als de mens wordt geboren, komt hij in een wereld terecht die al bestaat. Met andere woorden, hij heeft de wereld als gegeven te accepteren en moet zich voegen, of hij wil of niet.

Dit doet de mens dan ook, telkens opieuw, en meestal zonder veel morren. Maar naarmate hij ouder wordt en meer op eigen benen gaat staan, komt steeds vaker en nadrukkelijker de vraag op: wie ben ik eigenlijk? En wat doe ik met mijn leven?

Binnen de existentiële filosofie, in het bijzonder die van Heidegger, worden deze vragen opnieuw geformuleerd tot twee fundamentele vragen die elk mens bewust of onbewust beantwoordt en waarvan de antwoorden erop als een rode draad door ieders leven lopen.

1. Mijn interactie

Gegeven dat ik mens ben, hoe verhoud ik me dan met de anderen? En met mijn omgeving, de natuur, de niet-mens? Dat wil zeggen, hoe geef ik mijn relaties met andere mensen en het andere vorm? Ga ik die aan, of juist niet? Beweeg ik me van anderen af, of naar ze toe? Beweeg ik me naar de natuur toe of van de natuur af?

2. Mijn tijd

Gegeven dat ik ben geboren en ooit eens doodga, hoe verhoud ik me dan met de tijd die me rest? Vermors ik die of gebruik ik haar? Geef ik mijn leven op actieve wijze vorm of verkies ik passief te zijn en wacht ik op wat me overkomt?

Het antwoord wat elk mens, telkens opnieuw, bewust of onbewust, op deze vragen formuleert, noem je ook wel, naar Heidegger, Dasein, zijn in tijd, ruimte en plaats.

De ene vraag beantwoorden en de andere niet, kan niet. Het zijn twee kanten van één medaille, die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. In filosofisch opzicht constitueren deze twee vragen de inrichting van een leven en identiteit. Meer is er niet.

Psychologische systemen

Zo goed als elk psychologisch systeem gebruikt deze twee vragen, of afgeleiden ervan, als een (deel van de) basis waarop het systeem is gebouwd.

Denk bijvoorbeeld aan de Roos van Leary, de Belbin teamrollen en de vele kleurencoderingen die tegenwoordig worden gebruikt.

In praktisch opzicht verschijnen de twee vragen dikwijls als vectoren in een assenstelsel, waarbij de ene as staat voor de omgang met de tijd (vaak vertaald als actief versus passief ) en de andere voor de omgang met anderen (vertaald als naar mensen toe (extravert) versus van mensen af (introvert)). Op dit assenstelsel wordt dan het gedrag van de persoon in kwestie afgezet en vervolgens getypeerd.

Ons brein

Niet toevallig heeft in de evolutie van de mens ons brein zich zodanig ontwikkeld dat het, binnen grenzen, goed kan omgaan met de twee basale levensvragen waarvoor de mens zich gesteld ziet.

Binnen het brein hebben zich, simpel gezegd, twee clusters van delen ontwikkeld die elk min of meer gespecialiseerd zijn in het afhandelen van vragen en problemen die op een van de twee genoemde vlakken liggen.

Het cluster dat zich bezighoudt met de interactie met anderen heeft zich, niet verbazingwekkend, in de evolutie van de mens eerder ontwikkeld dan het andere. In dit cluster vinden we de perceptie van emoties en belangrijke delen van de expressieve en talige systemen. Dit cluster wordt ook wel het vrouwelijke deel van het brein genoemd.

Het andere cluster, dat wat zich vooral bezighoudt met hoe om te gaan met de tijd, is in de evolutie van de mens jonger. In dit deel vind je vooral de rationele en logische manier van denken en zaken processen. We noemen dit cluster ook wel het mannelijke deel van ons brein.

De hersenen van vrouwen zijn anders gestructureerd dan die van mannen (even afgezien van zaken van gender en socialisatie); ze bevatten meer verbindingen waardoor vrouwen, in het algemeen genomen, "intenser" en intuïtiever lijken te denken. Het vrouwelijke deel van hun hersenen is daardoor, en mede onder invloed van hormonale en andere stoffen, in het algemeen pregnant aanwezig, waardoor vrouwen goed zijn in het zich verhouden met anderen (de interactie).

Bij mannen, daarentegen, zijn in het algemeen de hersenen groter maar minder fijn bedraad. Bij hen is, ook mede onder onder invloed van hormonale stoffen, in het algemeen het mannelijke deel nadrukkelijk aanwezig. Mannen zijn, in het algemeen genomen, goed in het actie- en oplossingsgericht denken en handelen; ze zijn uitstekend ontwikkeld om gevaren snel op te merken en te interpreteren.

En natuurlijk dien je de typologieën 'man' en 'vrouw' op te vatten als twee uitersten van een schaal en is de realiteit complexer en is de individuele mens een mengeling van beide.

Het verhaal

Links

Begeleiding: Existentiële therapie - Relatietherapie - Praktische relatiecoaching ouderen - Relatieherstel ouder en kind - Boosheidstherapie - Overige begeleiding

Leven & zijn: Zijn in de tijd - Over identiteit - Hoe identiteit ontstaat - Introvert vs extravert - Emotie & empathie - Man en vrouw - Brein en denken - Sublimeren - Ouder worden - Conformisme - Het patriarchaat - Structuralisme - Mensbegrippen - Psychische klachten - Eenzaamheid - Depressiviteit - Verlies & rouw - Existentiële therapie - Zingeving

Anders: Wachten op Godot - De cultuur van het narcisme - Het Stanford Prison Project - De jaren Dertig - 1984 - Philip Larkin - Amour - Schopenhauer - Céline

Contact & zo: Contact - Bureau IDEE - Tarieven - Colofon

web
analytics