Identiteit en zingeving

Wie ben ik
Waarom doe ik wat ik doe?
Hoe word ik gelukkig?
Wat weerhoudt me?

Heel lang hebben bovenstaande regels op onze site gestaan. Voor ons weerspiegelden ze de zoektocht van de mens naar zijn wezen.

Zoals Heidegger, een groot filosoof, dat zegt: zijn is dasein, er zijn in tijd en plaats. Hij bedoelt daarmee dat mensen hun identiteit vooral vormen in de omgang met anderen en het andere. Door te doen en door zich te vergelijken met en spiegelen aan. In de kern zijn we immers groepsdieren en is de groep ons referentiekader, ons hele leven lang.

Een identiteit is dan ook fluïde en nooit af; iemands persoonlijkheid op zevenjarige leeftijd is echt anders dan die op twintig- of zestigjarige leeftijd, ook al zijn in de kern veel karaktereigenschappen onveranderd gebleven.

Identiteit is niet alleen weten wie je bent en waar en waartoe je behoort, het is óók het proces van veranderen in wie je wilt (of kunt) zijn. Worden wie je in wezen bent is ook bepalen wat wel en niet zin geeft aan je leven.

Een mens met een besef van identiteit maar zonder enig idee hoe zijn leven zin te geven of te leven, kan ik me amper voorstellen. Een mens die zin geeft aan zijn leven maar zichzelf nauwelijks kent ook niet. Identiteit, persoonlijkheid en zingeving horen bij elkaar en zijn elkaars noodzakelijke voorwaarde, ze zijn vrijwel één.

Bertrand Russel

Bertrand Russel, een beroemd filosoof, zegt het zo:

Toen ik vijf jaar was, bedacht ik dat als ik zeventig zou worden, ik nog maar een veertiende deel van mijn hele leven achter de rug had, en ik vond de oeverloze verveling die me nog te wachten stond bijna ondraaglijk.

Als adolescent was ik een levenshater en stond ik voortdurend op het punt zelfmoord te plegen, maar daarvan werd ik weerhouden door het verlangen me in wiskunde te verdiepen.

Nu geniet ik juist van het leven; ik zou bijna zeggen dat ik er elk jaar meer van ga genieten. Dat is gedeeltelijk te danken aan mijn ontdekking van wat ik het meest verlangde, en aan het feit dat ik vele van die dingen geleidelijk heb gekregen. Het komt ook gedeeltelijk doordat ik met succes bepaalde dingen die ik verlangde - zoals het verwerven van absoluut zekere kennis over een onderwerp - terzijde heb kunnen schuiven als in wezen onbereikbaar.

Maar het is voor een groot deel te danken aan het feit dat ik me minder met mezelf ben gaan bezighouden. Evenals anderen die een puriteinse opvoeding hebben gekregen, had ik de gewoonte veel na te denken over mijn zonden, dwaasheden en tekortkomingen. Ik vond mezelf ... een ellendig wezen.

Geleidelijk leerde ik onverschillig te staan tegenover mijzelf en mijn tekortkomingen; ik ging mijn aandacht steeds meer op externe zaken richten: de toestand van de wereld, verschillende takken van wetenschap, mensen voor wie ik genegenheid voelde. Bertrand Russel, Hoe worden mensen ongelukkig? in: Joep Dohmen, Over levenskunst, Ambo 2006.

Wat weerhoudt me?

Als het allemaal zo eenvoudig is - je kijkt naar jezelf en naar anderen, werkt aan jezelf en stelt dan geregeld een doel vast om aan te werken en bent daardoor in staat richting aan je leven te geven - zou het leven op onze aarde er waarschijnlijk heel anders uitzien.

Maar dat is niet zo. Jezelf en anderen leren kennen is moeilijk, regelmatig ook pijnlijk. Konsekwent uitreiken naar anderen vinden we helemaal lastig. Er is ook zoiets als hard moeten werken en (te) weinig tijd en geld hebben. Of de schaduw en zwaarte van het verleden en/of heden.

Wij mensen zijn bange wezens die vol zitten met verwrongen ideeën over hoe we in elkaar zitten en wat belangrijk is in een leven. We zijn emphatisch maar enkel tot op zekere hoogte. We kunnen compassie hebben, maar ook enkel tot op zekere hoogte.

We voelen ons in een wereld geworpen die ons beangstigt en die we in essentie niet kennen en zijn eerder geneigd ons verdedigend en wantrouwend op te stellen dan lief te hebben. In de kern zijn we egocentrisch, dat is het makkelijkst.

We hebben geleerd ons zowel op persoonlijk als groepsniveau aan te passen aan die manier van leven waarvan we denken dat die ons de grootste veiligheid dan wel de minste problemen zal geven.

We gaan als het enigszins kan voor bevrediging op de korte in plaats van de lange termijn en luisteren bij voorkeur blindelings naar diegenen die de grootste mond hebben dan wel het grootste gezag uitstralen.

We zijn geneigd als kraaien af te komen op dat wat glinstert en het andere, wat te moeilijk of somber is, links te laten liggen. We zijn geneigd anderen de moeilijke en lastige zaken te laten opknappen.

We zijn teruggeworpen op onszelf in een samenleving die per dag complexer en afstandelijker wordt en hogere eisen aan haar leden stelt.

We zijn mensen, gemakzuchtig en wel, wezens die nauwelijks opgewassen zijn tegen de eisen die een leven ons stelt en die de beleving van het zelf ten diepste een steeds grotere opgave vinden.

Maar toch moeten we wat, met dat leven.

Links

Begeleiding: Existentiële therapie - Relatietherapie - Praktische relatiecoaching ouderen - Relatieherstel ouder en kind - Boosheidstherapie - Overige begeleiding

Leven & zijn: Zijn in de tijd - Over identiteit - Hoe identiteit ontstaat - Introvert vs extravert - Emotie & empathie - Man en vrouw - Brein en denken - Sublimeren - Ouder worden - Conformisme - Het patriarchaat - Structuralisme - Mensbegrippen - Psychische klachten - Eenzaamheid - Depressiviteit - Verlies & rouw - Existentiële therapie - Zingeving

Anders: Wachten op Godot - De cultuur van het narcisme - Het Stanford Prison Project - De jaren Dertig - 1984 - Philip Larkin - Amour - Schopenhauer - Céline

Contact & zo: Contact - Bureau IDEE - Tarieven - Colofon

web
analytics